- ordre
- ordre [ordr]〈m.〉1 orde ⇒ volgorde, rangorde, ordening2 openbare orde ⇒ gevestigde orde3 orde ⇒ genootschap4 categorie ⇒ soort, aard5 bevel ⇒ opdracht, verordening, order6 order ⇒ bestelling, opdracht♦voorbeelden:1 〈leger〉 ordre de route • marsroute〈leger〉 ordre serré • gesloten gelederenavoir de l'ordre • ordelijk zijnmanquer d'ordre • slordig zijnmettre de l'ordre • orde scheppenmettre bon ordre à • voorgoed een eind maken aanmettre de l'ordre dans • opruimen, ordenendans l'ordre chronologique • chronologischdans l'ordre d'entrée en scène • in volgorde van opkomstmettre en ordre • opruimen, ordenenen ordre de marche • startklaarpar ordre alphabétique • alfabetisch gerangschikt2 ordre de la justice • rechtsordel'ordre établi • de gevestigde ordene pas avoir d'ordre • geen orde kunnen houdenrappeler qn. à l'ordre • iemand tot de orde roepenrentrer dans l'ordre • weer normaal worden3 ordre des avocats • orde van advocaten〈rooms-katholiek〉 ordre de Saint-Benoît • benedictijnerordeordre monastique • kloosterorde〈geschiedenis〉 les trois ordres • de drie standen 〈geestelijkheid, adel, burgerij〉entrer dans les ordres • intreden 〈in het klooster〉4 de dernier ordre • erbarmelijk slecht; totaal onbelangrijkchoses de même ordre • soortgelijke dingende premier ordre • eersteklas-affaire de premier ordre • bijzonder belangrijke zaakde second ordre • tweederangsd' ordre général • van algemene aardd' ordre philosophique • op het terrein van de filosofiec'est dans l'ordre des choses • dat is de normale gang van zakendans cet ordre d'idées • in verband hiermeede l'ordre de 〈+ getal〉 • rondom en nabij deune inquiétude de cet ordre • een dermate grote onrust5 ordre de mission • (regerings)opdrachtordre formel • uitdrukkelijk bevelje n'ai pas d'ordre à recevoir • ik kan mijn eigen boontjes wel doppendonner l'ordre de 〈+ onbepaalde wijs〉 • het bevel geven om teà vos ordres! • tot uw orders!être aux ordres de • ter beschikking staan vanjusqu'à nouvel ordre • tot nader orderpar ordre de, sur l'ordre de • in opdracht van6 ordre d'achat • kooporder, bestelformulierprendre des ordres • bestellingen opnemen; bevelen in ontvangst nemen¶ l'ordre du jour • de (vergader)agendaà l'ordre du jour • actueel, in de modem1) orde, volgorde2) openbare orde3) genootschap4) categorie5) bevel6) bestelling
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.